Als ze zwemt in de vijver van liefde
In water zo oud
als eeuwen
Dan kijkt ze naar
de reflecties aan het oppervlak
Het zijdezachte
nat, glijdt liefelijk langs haar lijf
En ze voelt dat
elke laag haar aanraakt
De bovenste is
nu, en de diepere laag was toen
Vandaag schijnt
de zon van de 21e eeuw op het water
En klopt het haar
hart voor kinderen, sprookjes en romantiek
En de duistere
dieptes zijn soms wel eng
Maar het water
dat haar omringt, koestert en draagt
is een vruchtbare
oer-vrouwelijke macht
het heeft geduld
en wacht
tot de meermeid
duikt
in haar en zijn
water
en weer eventjes haar
Heer dient
de Heer van het
water
de Heer van haar
water
en al het water,
dat is Hij